van dakbeschot
Golfpannen
rusten vanouds op
panlatten,
die op de
daksporen
zijn gespijkerd.
Dat is een luchtige constructie, maar op den duur werd deze te luchtig gevonden. De
onbeschoten kap
werd verdrongen door de kap met
dakbeschot.
De levensduur van de
dakpannen ging er daarmee niet op vooruit,
zeker niet toe nog later de dakisolatie zijn intrede deed. De bewoonbaarheid van de
zolderkamer
was er echter wel bij gebaat.
Het dakbeschot bestond eerst uit
planken,
die vertikaal over de
gordingen
gespijkerd werden (de 'staande bebording').
Maar waar moet de panlatten dan op rusten?
De beste oplossing is die waarbij
de delen van het beschot in een groef in een 'vaste tengel' geschoven worden.
Dat vermindert de kans op lekkage via de naden. De vaste tengel is zo dik dat de hierop gespijkerde
panlatten nog voldoende afstand van het beschot houden om wat
luchtcirculatie mogelijk te maken. Meestal wordt voor een veel simpeler oplossing
gekozen: de 'losse tengels' worden direct op de planken getimmerd.
De panlatten worden zo ook wat op afstand gehouden.
Ook bij de latere al dan niet geïsoleerde platen zijn tengels nodig
om de panlatten te dragen. Ook bij
buitenisolatie
op bestaand beschot moeten tengels
aangebracht worden.
Tekst: Jean Penders (09-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders